Ervaringsverhaal

“Elke vier weken spreken we af met mama van de trein”

Kinderen die thuis niet kunnen opgroeien een warme en veilige plek bieden. Daar is Marianne pleegouder om geworden. En tegelijkertijd houdt ze van een huis vol. Net als haar man Theo. Ze hebben drie kinderen van zichzelf en drie pleegkinderen. Elke week gaan er heel wat broden, pakken wc-papier en flessen limonade doorheen. En de wasmachine draait op volle toeren. Mooi en dankbaar is het zeker, ook al vliegt het dak er soms af. 

“Mijn man en ik wilden kinderen. Het lukte alleen niet om zwanger te worden. Dan ga je kijken wat er nog meer mogelijk is. Zo kwamen we bij pleegzorg terecht. We waren ons aan het oriënteren toen ik alsnog zwanger raakte via ivf. We hebben nu drie kinderen van onszelf. Op een gegeven moment hadden we zoiets van: hey, het zou ook mooi zijn om voor andere kinderen wat te kunnen betekenen. Elk kind moet in een fijne en veilige omgeving kunnen opgroeien. We hebben ruimte thuis, dus waarom niet. Zodoende hebben we ons aangemeld bij pleegzorg. 

We hebben drie pleegkinderen, alle drie jongens, en broertjes bovendien. 6, 8 en 10 zijn ze. Ze zijn gedwongen uit huis geplaatst. De ouders waren niet in staat om ze zelf op te voeden. Ik heb tegen Joyce, de moeder, gezegd dat we voor haar kinderen gaan zorgen en dat we dat heel goed gaan doen. Het contact is goed. Gelukkig wel. Dat is voor de kinderen belangrijk. Hun biologische mama is nummer één. Die staat op een voetstuk en moet daarop blijven staan. Ik kan hooguit op nummer twee komen. Dat is prima. Dat is je rol als pleegouder.”

“Wat heb je weer een mooie baby gemaakt”

“De twee oudste broertjes kwamen bij ons toen ze een half jaar waren. De jongste heb ik in het ziekenhuis opgehaald toen hij zes uur oud was. Dat is van tevoren goed doorgesproken. Maar toch, voor Joyce was het enorm heftig. Het verdriet dat je je kind moet afstaan, de onmacht, dat komt binnen. Het eerste wat ik zei toen ik haar zag liggen met het kindje in haar handen, was: ‘Je hebt weer een hele mooie baby gemaakt’. Dat haalde de spanning een beetje weg. Toen ik weer thuis was, heb ik meteen een foto gemaakt en opgestuurd. 

De afspraak is dat we om de vier weken met mama afspreken. De vader is uit beeld, die zit in detentie. In het begin haalden we Joyce op het station van Almelo op. Ze kwam altijd met de trein. Haar kinderen noemen haar daarom ‘mama van de trein’. Ook nu nog, terwijl ze al een tijd een rijbewijs heeft en met de auto komt. We spreken voor anderhalf uur af. Dat kan wel eens iets langer worden als het goed gaat. Of korter als de kinderen wild zijn, alle kanten opvliegen of ruzie hebben met elkaar. Daar zijn het kinderen voor. 

Eén keer per jaar hebben we een speciaal uitje met elkaar. Dan zijn we de hele dag op stap. We zijn een keer naar Dierenpark Emmen geweest. Dat vonden ze top. En we hebben een keer kerstkaarten laten maken bij een professionele fotograaf. We bedenken altijd iets leuks. Soms, als we afspreken, komt de opa of oma van de jongens mee. Ik juich dat van harte toe maar begin er zelf niet over. Het moet echt van henzelf komen. Anders voelt het als een verplichting. Voor de kinderen is het fijn om opa en oma te zien. Ze horen erbij. Het is familie. Dat geeft houvast.” 

 “Als ik eraan denk, schiet ik al bijna vol”

“Wat indruk op me heeft gemaakt is dat ik van Joyce een spiegeltje kreeg met een heel lief bedanktekstje erop. Die heb ik gekregen toen ze alle hoop dat ze haar kinderen terug zou krijgen verloren had. En dan stuur je een cadeautje aan degene die jouw kinderen in huis heeft, die ze verzorgt, die de kusjes krijgt en de knuffels mag geven. Dat raakt me. Als ik eraan denk, schiet ik al bijna vol. Nu ook. Het betekent veel voor me. Impliciet heb je de goedkeuring van de moeder, ook al ziet ze het liever anders natuurlijk. 

Het mooie van pleegouder zijn is dat je kinderen een veilige basis biedt van waaruit ze zich kunnen ontwikkelen. En het voegt een nieuwe dimensie aan je leven toe. Natuurlijk is het soms pittig en vliegt het dak eraf, maar dat heb je in elk gezin. Daarbij is de samenwerking met Roos goed. Zij is pleegzorgbegeleider bij Parlan en komt een paar keer per jaar bij ons thuis om te kijken hoe het gaat. Als er wat is kunnen we haar altijd bellen of appen. Laatst moest er financiering voor een therapie van een van de jongens geregeld worden. Roos zorgt dat het goedkomt. En ze is altijd eerlijk tegen ons. Dat is fijn. Het zorgt voor duidelijkheid. 

Mijn ervaringen als pleegouder deel ik op voorlichtingsavonden. Parlan vraagt me daarvoor. Ik doe het graag. Tegen de cursusleider zeg ik altijd: ‘Als ik te veel praat moet je me maar een trap onder de tafel geven, haha’. Voor toekomstige pleegouders is het prettig om verhalen uit de praktijk te horen. Ik neem altijd een foto van mijn gezin mee. De vragen en verhalen komen vanzelf. Het belangrijkste wat ik pleegouders kan meegeven: zet jezelf als ouder niet op één. En zorg voor een goed contact met de biologische ouders.” 

*De namen in dit artikel zijn gefingeerd.