Ervaringsverhaal

“Het is echt een heel leuk grietje!”

Ruth is gezinshuisouder. Ze is verantwoordelijk voor de opvoeding van en zorg voor een aantal kinderen die bij haar wonen. Soraya is er een van. Een paar maanden geleden kwam ze bij Ruth in huis. Ze had het moeilijk, was verdrietig en wilde niet uit bed komen. En nu gaat het hartstikke goed. Mede door de prettige samenwerking tussen Ruth en het netwerk van Soraya, weet Marloes, gezinshuisbegeleider bij Parlan. 

Ruth: “Soraya was anderhalf toen ze uit huis werd geplaatst. Haar ouders waren te jong en te wild. Twee pleegmoeders hebben zich over haar ontfermd. Daar heeft ze bijna zeven jaar gewoond. Tijdens corona ging het door verschillende oorzaken steeds moeizamer. Ze was vaak boos, schreeuwde veel en was fysiek agressief. Op een gegeven moment ging het niet meer en is ze naar een particulier gezinshuis gegaan. Toen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd er de veiligheid ter discussie stelde, heeft de voogd haar daar weggehaald en bij Parlan aangemeld. Toen is besloten om Soraya bij mij te plaatsen.”

“Die beslissing is genomen zonder de ouders en pleegmoeders daarin te erkennen”, zegt Marloes. “Dat zorgde voor veel weerstand tijdens het intakegesprek dat we hadden, wat goed te begrijpen is. Het is ook niet de normale gang van zaken. We hebben toen bedacht om voordat Soraya ging verhuizen iedereen bij Ruth uit te nodigen, om kennis te maken. Als je bij Ruth komt, kom je in een warm bad terecht. Het is er heel gezellig, het voelt niet als jeugdzorg. Ze is ook lief en kan goed luisteren. Voor de ouders en pleegmoeders was dat prettig. Ze voelden zich gehoord.” 

          “Ze was met geen mogelijkheid uit bed te krijgen”

Ruth: “Ik heb ook over mezelf verteld, wie ik ben en wat ik belangrijk vind. Alle kinderen bij mij in huis - ik heb meerdere gezinshuiskinderen - wil ik een gezellige, schone en veilige plek bieden waar ze zich altijd welkom voelen. Het heeft vertrouwen gewekt. Wat mooi was om te zien, is dat op de verhuisdag, de dag dat Soraya bij mij in huis kwam, de ouders en pleegmoeders allemaal aanwezig waren. Het was een signaal naar Soraya toe dat het goed is zo. We hebben ze ook gevraagd om een lief tekstje op een kaart te schrijven. Die kaartjes heeft ze nu nog.” 

“In het begin had Soraya het lastig”, gaat Ruth verder. “Ze was heel verdrietig en wilde naar de pleegmoeders toe. Ik weet nog goed dat ik haar op de eerste schooldag met geen mogelijkheid uit bed kon krijgen. Blijf maar thuis, dacht ik, dan proberen we het morgen gewoon weer. Nu springt ze elke ochtend op haar fiets en gaat ze door weer en wind naar school. Ze heeft weer plezier in het leven. En als ze het even moeilijk heeft, schakelen we nog wel eens met de pleegmoeders. Het helpt haar als ze even kan bellen. Verder heeft ze hier haar plek gevonden. Je gunt het haar zo. Het is echt een heel leuk grietje.”

          “Wanneer mag ik weer naar papa?”

Marloes: “Het is mooi dat ook de ouders en pleegmoeders tevreden zijn met hoe het gaat. Ze zien ook dat Soraya is opgebloeid. Dat haar ogen stralen. Al hadden de pleegmoeders het liefst Soraya weer in huis genomen nadat ze bij haar vorige plek weg moest. Maar dat ging niet. De voogd wilde een professionele opvoeder. Dat deed pijn maar ze zien dat Soraya het nu goed heeft. Het contact met Ruth is ook goed.  Als ze Soraya komen ophalen of wegbrengen, komen ze altijd even binnen om een praatje te maken. Het is een warme overdracht.” 

“Soraya geniet ervan als ze naar de pleegmoeders kan, of naar haar moeder of vader”, weet Ruth. “Wanneer mag ik weer naar papa, zegt ze dan. Er is een omgangsregeling met iedereen. Ze heeft het er maar druk mee. Om alles bij te kunnen houden, hebben we haar een grote kalender gegeven. Dan kan ze opschrijven op welke dag of in welk weekend ze naar wie gaat. Ik vind al die bezoekjes prima. Als Soraya er blij van wordt, word ik er ook blij van.”