Ervaringsverhaal

Ouder Karan: “Ze hield me niet op afstand maar haalde me dichtbij”

Het zal je maar gebeuren, dat je kind uit huis wordt geplaatst. Dat heeft een enorme impact op het kind. En op de ouders. Karan, de moeder van Kevin, had er aanvankelijk grote moeite mee. Tot ze wist dat haar zoon in goede handen was. Bij Susan, die gezinshuisouder is bij Parlan. Een goede match is het verschil tussen groeien en jezelf verloren voelen. Daarom wil ze dat alle kinderen goed terechtkomen. 

“Toen het mij niet goed ging, ik had last van depressies, moest mijn zoon van acht het huis uit. Hij kwam in een netwerkpleeggezin terecht bij een vriendin van me. Daar heeft hij een paar maanden gewoond. Vervolgens is hij overgeplaatst naar een gewoon pleeggezin. Al vrij snel liep het fout en kwam hij in de crisisopvang. Daar kun je even zitten en dan moet je ergens anders naartoe. Er werd gekeken naar een goede plek voor hem. Zo is hij bij Susan gekomen. 

Susan is gezinshuisouder. Ik had daar nog nooit van gehoord. Als gezinshuisouder ben je verantwoordelijk voor de opvoeding van een aantal kinderen die bij je in huis komen wonen. Dat kan alleen als je een opleiding en achtergrond in de zorg hebt. Je komt dan ook in dienst van Parlan. Toen ik Susan voor het eerst zag, had ik sterk mijn twijfels. Naast mijn zoon waren er nog twee jongens in huis. Ik dacht: moet zij in haar eentje drie jongens opvoeden? Ik zag het niet gebeuren.

“Ik at één of twee keer in de week mee”

Het ging al snel hartstikke goed. Wat ik heel prettig vond, is dat Susan liet merken dat ze met me samen wilde werken. Ze hield me niet op afstand maar haalde me dichtbij. We hadden regelmatig contact. Dan wilde ze weten wat Kevin lekker vond om te eten en belde ze op. Door haar openheid kwam ik één of twee keer in de week langs en at ik mee. Die andere jongens vonden dat wel leuk. Met de een ging ik wel eens koken, met de ander cadeautjes kopen voor Sinterklaas. Ik hoorde er gewoon bij. 

Later ben ik zelfs verhuisd om bij Susan in de straat te komen wonen. Daar hebben we het uitvoerig over gehad. Kunnen we dit doen, is het wel verstandig? Zij juichte het alleen maar toe. Dat vond ik fijn. Als ouder ben je graag in de buurt van je kind. Uiteindelijk heeft Kevin vier jaar bij haar gewoond, van 2013 tot en met 2017. Nog altijd heb ik contact met Susan. We bellen en appen af en toe. Of we gaan lunchen en naar de bioscoop. Ik vind haar echt een voorbeeld voor andere gezinshuisouders. 

    “Kinderen die beschadigd zijn, vragen om aandacht en geduld”

Gezinshuisouder worden is niet iets wat je er even bij doet. ‘Kom maar bij ons wonen, wij hebben een groot hart.’ Daar moet je echt goed over nadenken. Je hebt te maken met kinderen die hoe dan ook beschadigd zijn en vaak een hechtingsprobleem hebben. Dat vraagt om aandacht en geduld. Je mag niet te snel de handdoek werpen. Ik denk dat het goed is dat je als toekomstige gezinshuisouder praat met moeders zoals ik of kinderen zoals Kevin. Dan krijg je een beter beeld van wat je kunt verwachten. 

Mijn ervaringen wil ik graag delen. Daarom heb ik eerder meegedaan aan de cliëntenraad van Parlan. Daarin zitten ouders en jongeren (ervaringsdeskundigen) die meedenken over hoe de hulp bij Parlan georganiseerd is en hoe het beter kan. Daardoor krijg je sneller goede matches tussen een gezinshuisouder en kind. Dat vind ik belangrijk. Ik wil dat elk kind goed terechtkomt. De impact als je uit huis moet is al enorm. Daarom was ik zo blij met de match tussen Susan en Kevin. Dat ging heel goed.”