Nieuwsbericht

Reactie Parlan op rapport Kwaliteit van onderzoek voorafgaand aan uithuisplaatsingen

Vorige week kwam in het nieuws dat het feitenonderzoek voor een gedwongen uithuisplaatsing niet altijd zorgvuldig genoeg wordt onderbouwd. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd deed hier onderzoek naar en publiceerde het rapport Kwaliteit van onderzoek voorafgaand aan uithuisplaatsingen. Wij zijn geschrokken van de uitkomsten, maar helaas is dit bericht ons niet helemaal vreemd. Ook wij kunnen hierin dingen anders doen. 

Wij zien ook dat er kinderen uit huis worden geplaatst, waarbij we ons achteraf afvragen of het nodig was. Daar hebben ook wij onvoldoende mee gedaan op dat moment. Dit soort rapporten zetten ons ook weer op scherp. Dat we toch goed moeten kijken of een uithuisplaatsing wel nodig is, ook als een andere organisatie en een kinderrechter hier al iets over gezegd hebben. Bovendien komt een deel van de uithuisplaatsingen in onze regio voort uit een ambulant traject bij Parlan. 

Wanneer bleek dat een kind niet meer thuis kon wonen, hebben wij daar dan in samenwerking met het gezin onze uiterste best gedaan? En hebben we vervolgens voldoende onderbouwd waarom het thuis niet meer lukte? Ging het er echt om dat het kind niet thuis kon blijven omdat het onvoldoende kreeg wat het nodig had, of ging het er ook om dat de hulpverleners met de handen in het haar zaten? Allemaal vragen die we onszelf stellen. Want als dit de uitkomst is uit het rapport, hebben wij daar ook een aandeel in gehad. 
En daar nemen wij verantwoordelijkheid voor. Door in het vervolg nog meer samen met het gezin te komen tot een besluit. Wanneer ouders en kinderen het in dat geval niet met ons en onze adviezen eens zijn, zullen we daar meer bij stil moeten staan. 

We weten ook dat kinderen die al uit huis geplaatst zijn en in een pleeggezin, gezinshuis of kleinschalige woonvorm wonen, in het verleden regelmatig moesten verhuizen omdat het op de plek waar zij woonden niet meer ging. In de afgelopen jaren is onze visie hierop veranderd. Wanneer kinderen ergens gaan wonen, dan willen we dat ze daar kunnen blijven wonen. Ook als het moeilijk gaat. En dat is best een lastige opgave. 

We zien dat het extra traumatiserend is wanneer kinderen worden overgeplaatst, weer een negatieve ervaring erbij. Dat willen we voorkomen. Door zo veel mogelijk te kijken naar de oorzaken achter bepaald gedrag en niet alleen naar het gedrag zelf. Tegelijkertijd zien we ook dat het voor begeleiders, pleegouders of gezinshuisouders heel zwaar is om vol te houden. Want zij worden ook persoonlijk geraakt door het complexe gedrag van sommige kinderen. Hier moeten we een evenwicht in vinden. Daarom moeten we steeds met elkaar puzzelen en bekijken wat we het beste kunnen doen. Samen met alle betrokkenen. Daar gaan we voor! En als jij, ouder of kind dat bij ons in zorg is, merkt dat dit ons toch nog onvoldoende lukt, spreek ons daar dan op aan. Zo blijven we leren en gaat het steeds een stapje beter.