Ervaringsverhaal

“Parlan bracht me veiligheid”

Op haar negende werd Christinemindel ten Napel uit huis geplaatst en kwam ze in aanraking met Parlan. Dat deed een vuurtje in haar branden: ze wilde de jeugdzorg verbeteren. Elf jaar later tekende ze een contract als ervaringsdeskundige en denkt ze vanuit haar verleden als cliënt mee over vraagstukken binnen Parlan. Een gesprek over haar ervaringen in de jeugdzorg, en wat het voor haar betekende. 

De jeugd van Christinemindel was hectisch. Ze woonde bij haar moeder en die kon fysiek worden. Op een avond escaleerde het en werd ze uit huis geplaatst. “Ik was negen en kwam in de crisisopvang terecht. Dat begreep ik niet. Ok, mijn moeder was wel eens lastig maar welke moeder is dat nou niet. Ik dacht dat mijn leven prima in orde was. Als klein meisje had ik niet in de gaten dat ik ook mentaal mishandeld en emotioneel verwaarloosd werd. Van die begrippen had ik nog nooit gehoord, laat staan dat ik wist wat het was.

Met de crisisopvang was ik niet blij, ik wilde gewoon bij mijn moeder zijn, maar ik was geen opstandig kind. Integendeel, ik ging me heel sociaal-wenselijk gedragen. Ik sprak iedereen met u aan en deed wat mensen van me vroegen. Dat was ongebruikelijk op de crisisopvang, waar het er nog wel eens wild aan toeging. Ik ging zelf netjes naar school, haalde goede cijfers en was altijd vrolijk. Daarbij zag ik er schattig uit met mijn blauwe ogen en blonde haartjes. Zo wond ik iedereen om mijn vinger. Daar ging het fout. 

“Zij hoorde ook wat ik niet zei”

Ze dachten: laat Chris maar gaan. Die redt zich wel. Kim (fictieve naam) - de gezinshuisouder van Parlan - waar ik op een gegeven moment in huis kwam, trapte daar niet in. Zij keek door me heen en zag dat ik diepongelukkig was. We hebben ontzettend veel gepraat. Dan gingen we samen de hond uitlaten of naar het strand en kon ik mijn verhaal kwijt. Zij kan heel goed luisteren en hoorde ook wat ik niet zei. Zij heeft mij gered. Door haar leerde ik om dingen los te laten, kon ik instorten en mezelf langzaam weer opbouwen. 

Wat de hulpverlening van Parlan me heeft gebracht, is in eerste instantie veiligheid. Dat was het belangrijkste. Bij mijn moeder was ik niet veilig. Het heeft me ook doen inzien hoe heftig mijn situatie was. Als ik thuis was blijven wonen, had ik me dat niet gerealiseerd en was ik het gewoon gaan vinden. En therapie heeft geholpen. Daardoor leerde ik mezelf kennen en beter omgaan met de keuzes van anderen. Ik hoopte altijd dat mijn moeder een keer macaroni voor me zou maken. Door het niet meer te hopen, werd ik niet meer teleurgesteld. 

Van mijn therapeut leerde ik ook dat ik het waard ben om grenzen te stellen en dat ik daarbij mag blijven. Vroeger liet ik iedereen over me heen gaan. Nu is het: tot hier en niet verder. Laatst zat ik nog met een vriendin te praten. Ze zei: jij bent twintig en hebt al drie levens geleefd. Dat is wel wat het is. Ik was het meisje dat thuis woonde, het meisje in de jeugdzorg en nu ben ik het meisje dat daar zelf is uitgekomen. Dat geeft me zelfvertrouwen. Ik heb nu zoiets van, kom maar op dan. Ik ben niet snel bang meer. Ook dat heeft het me gebracht. 

“Het geeft me het gevoel dat ik er mag zijn”

Doordat ik uit huis geplaatst werd, leerde ik de wereld van jeugdzorg al vroeg kennen. Daardoor is mijn vuur gaan branden. Ik was tien toen ik riep dat ik directeur van Parlan wilde worden. Om de jeugdzorg te verbeteren. Vanzelf gaat het niet. Ik ben als vrijwilliger bij het jongerenpanel begonnen, zat zes jaar in de Cliëntenraad en heb nu een contract voor twee dagen in de week als ervaringsdeskundige. We gaan de goede kant op, haha. Serieus, ik ben superblij en dankbaar dat Parlan me deze kans biedt. Het vertrouwen ga ik terugbetalen.

Tijdens het tekenen van mijn contract was ik zo trots als een pauw. Ik liet het niet merken en deed er heel laconiek over maar op weg naar huis heb ik de auto langs de kant van de weg geparkeerd en moest ik best wel huilen. In mijn jeugd ging ik van de ene woonplek naar de andere. Ik ben meer dan 50 keer verhuisd. Alsof je nergens goed genoeg bent. En nu werk ik bij Parlan. Het geeft me het gevoel dat ik er mag zijn. Ik heb mijn vader gebeld en die was apetrots. De band met hem is heel goed nu. We spreken elkaar elke dag. 

Wat de toekomst gaat brengen weet ik niet, maar voorlopig zit ik helemaal prima bij Parlan. Laatst kwam ik bij een bijeenkomst allerlei oud-voogden en therapeuten tegen. Vroeger was ik hun cliënt, nu ben ik hun collega. Dat vind ik echt gaaf. En wat ik mooi aan Parlan vind: we zijn betrokken en gepassioneerd en willen het beste voor de kinderen en jongeren die we begeleiden en behandelen. Ondanks dat er wel eens wat fout ging, heb ik dat zelf ook altijd gevoeld. De intenties zijn heel goed. Daarom werk ik hier''.