Donderdag 25 september, publiceerden inspecties Gezondheidszorg en Jeugd en Justitie en Veiligheid hun conclusies m.b.t. het thematisch toezicht bij pleegzorg- en jeugdbeschermingsorganisaties. Hierin constateren zij duidelijk dat kinderen met een jeugdbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel niet altijd de passende bescherming, begeleiding en hulp krijgen die zij nodig hebben. Jeugdzorg Nederland herkent de bevindingen en benadrukt dat de kwaliteit van jeugdzorg alleen verbeterd kan worden als pleegzorgorganisaties, GI’s, gemeenten én het Rijk gezamenlijk hun verantwoordelijkheid nemen.
“Jeugdzorgorganisaties zijn aan zet om in deze ingewikkelde praktijk te staan voor de kwaliteit van de hulp en bescherming. Dat betekent ook richting opdrachtgevers en samenwerkingspartners grenzen stellen in wat wel of niet haalbaar is; dat zal soms pijn gaan doen,” stellen bestuursleden Arno Lelieveld en Nicolien van den Berg namens Jeugdzorg Nederland.
Van den Berg: “Wij moeten nog explicieter staan voor de kwaliteit van hulp aan ouders en kinderen. Veiligheid en betekenisvol contact vormen de kern, maar daar is in de huidige praktijk helaas te vaak onvoldoende tijd en ruimte voor. Terwijl juist dát is wat kinderen en ouders nodig hebben om zich geholpen te voelen.”
Lelieveld: “We hebben als sector te lang meegeroeid met de riemen die we hebben. Het is tijd om duidelijke keuzes te maken over wat we wel en wat we niet kunnen doen – in het belang van de kinderen die ons het hardst nodig hebben.”
Drie gezamenlijke verbeterpunten
Jeugdzorg Nederland onderschrijft de noodzaak tot structurele verbeteringen op drie punten:
- Meer betekenisvol en individueel contact tussen professionals en kinderen, los van ouders of pleegouders;
- Betere samenwerking tussen pleegzorgorganisaties en jeugdbescherming, met heldere taakverdeling en actuele afspraken
- Toegankelijke, passende hulp, die op tijd beschikbaar is voor zowel kinderen als hun ouders.
De branchevereniging benadrukt dat er al stappen worden gezet. Professionals moeten voldoende ruimte krijgen om gezinnen en kinderen goed te ondersteunen. Jeugdzorg Nederland roept daarom gemeenten, Rijksoverheid en samenwerkingspartners op om ook hun rol te pakken. Het vraagt nu leiderschap bij alle betrokken partijen in het stelsel om te zorgen dat we de kwaliteit kunnen leveren die van ons verwacht mag worden.
Reactie Parlan
Hoewel Parlan niet wordt genoemd in het rapport van de inspectie, herkennen wij de geschetste knelpunten en voelen we ons aangesproken als organisatie die dagelijks werkt aan de veiligheid en ontwikkeling van kinderen. Veel gaat goed – dankzij de inzet van betrokken professionals en pleegouders – en de veiligheid van kinderen moet altijd voorop staan. We blijven ons inzetten voor betekenisvol contact, transparante samenwerking en tijdige, passende hulp. Dat doen we onder andere door het volgen van richtlijnen, het versterken van samenwerking met partners, het verbeteren van verslaglegging en het organiseren van onafhankelijk steun voor kinderen. Hierin zijn al duidelijke stappen gezet, zowel landelijk als binnen Parlan. Tegelijkertijd zijn de grenzen van wat binnen pleegzorg mogelijk is bereikt. Tekorten aan pleeggezinnen, hoge caseloads en beperkte middelen maken dat organisaties soms suboptimale keuzes moeten maken. Dat is onacceptabel, maar geen onwil – het is een gevolg van een stelsel onder druk. Daarom sluiten wij ons aan bij de oproep van Jeugdzorg Nederland aan gemeenten, rijksoverheid en samenwerkingspartners: neem verantwoordelijkheid, investeer structureel in pleegzorg en creëer ruimte voor professionals om hun werk goed te doen. Kinderen mogen nooit tussen wal en schip vallen. Vertrouwen begint bij verantwoordelijkheid – voor én met elkaar.
Nieuwsbericht inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)
Links naar de rapporten
Kwetsbare kinderen, kwetsbaar stelsel | Publicatie | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
Pleegkinderen uit beeld | Rapport | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd